In Griekenland wordt carnaval "Apokries" genoemd, en het is een 3 weken durend feest dat eindigt met de vasten op "Schone Maandag" (Kathari Deftera). Apokries betekent letterlijk 'afscheid van het vlees', omdat het traditioneel de laatste kans was om vlees te eten voordat de vastentijd begon. Grieken houden vast aan hun tradities, zelfs als deze niet altijd 'voordeel' opleveren. Na de carnaval begint de vastenperiode die duurt tot Pasen. Op Schone Maandag gaan veel mensen naar de hoogste plek in hun dorp, laten vliegers opstijgen en eten samen traditionele gerechten zoals laganapsomo (brood met groenten) en tarama (salade van viskuit en aardappelpuree).
Tijdens carnaval verkleden mensen zich en vieren ze feest op straat, in bars en cafés, vaak met confetti.
Carnaval heeft zijn oorsprong in de oude Griekse mythologie, waar het verbonden werd met de verering van Dionysos, de god van de wijn en het theater. Dionysos werd vaak afgebeeld met wijnbladeren in zijn haar, een druiventros in de ene hand en een fluit in de andere. Hij en zijn volgelingen, vaak verkleed, reisden van plaats naar plaats, dronken wijn, zongen en eindigden vaak in een feestelijke orgie, begeleid door muziek. Dionysos werd vereerd tijdens feesten zoals de Dionysia, die door het jaar heen in Athene en op de berg Olympus plaatsvonden.